De Pieters II en III (1)

5. Pieter II Pieterszoon [1768-1824]

De zonen van Pieter I hebben die leningen waarschijnlijk afgesloten om grond in Oosterleek te kopen. Dat kan worden afgeleid uit transportakten [koopakten] uit de jaren 1800-18101 Uit de dertien akten uit die jaren waarbij de zonen van Pieter I betrokken waren, kun je afleiden dat Jan de meest ondernemende was. Uit zijn aankopen kun je overigens nog niet opmaken dat hij toen al bezig was om aaneensluitende percelen in bezit te krijgen. 2
In 1824 had elk van de drie broers grond in Oosterleek of in de omgeving, zoals blijkt uit de kadastrale Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel van Wijdenes-Oosterleek en die van Venhuizen. 3

Pieter II [1768-1824] was het die in 1806 een stuk land kocht van zijn moeder Ida Wiebes in de banne van Oosterleek. 4 In 1814 zou hij een huismanswoning met erf in Oosterblokker hebben gekocht, maar dat is niet juist: de notaris heeft zich vergist, het ging hierbij om neef Pieter Janszoon Roos. 5 In 1817 kwam hij wel in het bezit van een stuk bouwland in de omgeving van de huidige Elbaweg in Venhuizen-Hem. 6 Na de ruilverkaveling in de jaren ’60 van de vorige eeuw zijn de percelen niet meer nauwkeurig te traceren. In de inventaris bij het overlijden van Pieter staat de aankoop omschreven als “den Eigendom van een stuk bouwland, gelegen in de banne van Venhuizen over de Watergang groot in Lasten Vier morgen driehonderd vijftig roeden gepasseerd voor den Notaris Klaas Kock den Een en twintigsten January Achttienhonderd Zeventien.” [Oud-notarieel Archief, Notaris Jan Muntjewerff inventaris 402, proces-verbaal d.d. 25 maart 1825.] De oppervlakte die omgerekend 3,89 ha bedroeg wijkt wel af van die van de vier percelen weiland en de twee dito bouwland die Jan Pieterszoon in 1824 op de aangegeven locatie in eigendom had. [OAT. Venhuizen-Hem Sectie D [Bezuidenkadijk] blad 1 percelen 38, 39, 40, 52, 55 en 56.] Het is vrijwel zeker dat het hier gaat om Jan, de oudste zoon van Pieter II, kind uit zijn eerste huwelijk met Greetje Eilander. Vermoedelijk heeft deze Jan in 1825 bovengenoemde percelen geërfd en in 1826 de lening van 1000 gulden waarmee zijn vader de grond in Venhuizen had betaald, op zijn naam laten overschrijven. Vrijwel zeker heeft hij [mede] voor deze aankoop in dat jaar de duizend gulden geleend van de Bootsgezellenbeurs. 7

13. Een passage uit het verslag van de boedelinventarisatie door notaris Jan Muntjewerff na het overlijden van Pieter II in 1825.

Aan de hand van het inventarisatieverslag dat ten behoeve van Trijntje Rooker, de weduwe van deze Pieter, werd opgemaakt, kun je je een beeld vormen van het bedrijf dat Pieter II had. Het gebouw bestond uit een “voorhuis”, een “middelhuis” en een “dorschvloer”. In het verslag vind je ook rubriekjes, getiteld” “In de Berg”, “Op de werf” en “Levend Vee”. In de berg was een kleine voorraad hooi opgeslagen en op de werf liepen zeven hennen en een haan, terwijl daar ook gereedschappen lagen voor het werk aan de dijk. Aan vee bezat de familie zes zwartbonte kalfkoeien , een hokkeling een keukalf , acht schapen en vier overhouders . Hoewel er in het verslag staat dat er op de dorsvloer een boerenwagen met lamoen en zijladders aanwezig was, werd er niets vermeld over een paard. Mogelijk werd dat van anderen geleend, of werd een koe voor de wagen gespannen als er transport over de weg moest plaatsvindenGa

Nu door naar Pieter III

Noten
  1. Oud-rechterlijke en Weeskamer archieven Wijdenes en Oosterleek.Toegang 0003 inv.4803, Transportakten en hypotheken 1801-1811 [microfiche 1 en 2] van de data 9-7-1802, 13-12-1802, 24-2-1803, ?-5-1803, 5-3-1806, 28-8-1806, 31-1-1810,1-2-1810. West-Fries Archief.[]
  2. Bij zijn dood in 1850 bezat hij 12,76 ha over 30 perceeltjes vespreid, die alle in Oosterleek lagen, maar hij had ook gronden in Wijdenes.[]
  3. Dat is het register waarin beschreven staat wie de eigenaren waren van bepaalde percelen grond. De nummers in de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel van Wijdenes en Oosterleek verwijzen naar de percelen op de kadastrale kaart die in 1824 van Wijdenes en Oosterleek werd getekend: Kadastrale Kaart 1811-1832. Sectie B blad 02. West-Fries Archief.[]
  4. Oud-rechterlijke en Weeskamer archieven Wijdenes en Oosterleek. Toegang 0003 inv.4803 [microfiche 1 folio 31 verso]. West-Fries Archief. ¬ Hieruit kun je opmaken dat Pieter I al gezorgd heeft voor een ‘pied à terre’ in Oosterleek.[]
  5. In een archiefstuk waarin de inventaris beschreven wordt die Trijntje Rooker, de derde vrouw van Pieter II, na het overlijden van haar man in 1825 door notaris Muntjewerff te Oosterblokker liet opmaken van de door haar man nagelaten boedel. [Oud-notarieel Archief, Oosterblokker, Notaris Muntjewerff, inv.nr. 402 proces-verbaal d.d.25 maart 1825. West-Fries Archief]. Daarin was onder andere opgenomen een “Extract uit een proces verbaal gepasseerd voor ons Notaris en getuigen alhier den tweeden November Achttien honderd veertien behoorlijk geregistreerd waardoor aan Pieter Roos in eigendom is overgedragen een Huismanswoning, Erf en boomgaard groot honderd zeven en zestig een/zesden roeden, staande en gelegen te Oosterblokker, […]”. Het hierboven genoemde extract is ten onrechte aan het proces-verbaal toegevoegd, want deze Pieter [met de toevoeging Junior] Roos is de zoon van Jan, de dijkopzichter. Zie voor deze Pieter hoofdstuk 9, dat onder meer handelt over de verkoop van de percelen van Jan Roos en Dirk Heuvel.
    Volgens de O.A.T. van Westerblokker-Oosteind bezat deze Pieter in 1824 ook nog een weiland en een perceel bouwland. Woning en grond lagen aan de Lageweg, ter hoogte van de huidige kruising Provinciale weg Hoorn-Enkhuizen en de afslag HN80; dit kon worden vastgesteld op basis van vergelijking van de percelen op de kadastrale Kaart [1824], Westerblokker-Oosteind Sectie C blad 2 percelen 346, 347, 348 en 348a met de situatie op Google Earth.[]
  6. Na de ruilverkaveling in de jaren ’60 van de vorige eeuw zijn de percelen niet meer nauwkeurig te traceren. In de inventaris bij het overlijden van Pieter staat de aankoop omschreven als “den Eigendom van een stuk bouwland, gelegen in de banne van Venhuizen over de Watergang groot in Lasten Vier morgen driehonderd vijftig roeden gepasseerd voor den Notaris Klaas Kock den Een en twintigsten January Achttienhonderd Zeventien.” [Oud-notarieel Archief, Notaris Jan Muntjewerff inventaris 402, proces-verbaal d.d. 25 maart 1825.] De oppervlakte die omgerekend 3,89 ha bedroeg wijkt wel af van die van de vier percelen weiland en de twee dito bouwland die Jan Pieterszoon in 1824 op de aangegeven locatie in eigendom had. [OAT. Venhuizen-Hem Sectie D [Bezuidenkadijk] blad 1 percelen 38, 39, 40, 52, 55 en 56.] Het is vrijwel zeker dat het hier gaat om Jan, de oudste zoon van Pieter II, kind uit zijn eerste huwelijk met Greetje Eilander. Vermoedelijk heeft deze Jan in 1825 bovengenoemde percelen geërfd en in 1826 de lening van 1000 gulden waarmee zijn vader de grond in Venhuizen had betaald, op zijn naam laten overschrijven.[]
  7. Ida kreeg vanaf 1794 jaarlijks een uitkering van 3 gulden uit het fonds van de Bootsgezellenbeurs, nadat haar man in 1793 was overleden; toen Pieter II in 1824 overleed, kreeg zijn weduwe Trijntje Rooker eenzelfde bedrag. Ook is volgens de aantekeningen in het register in 1787 aan Jan Roos 3 gulden uitgekeerd; waarschijnlijk is dat aan zijn vrouw geweest omdat Jan Roos in 1786 is overleden. [Bootsgezellenbeurs van Hem. Registers van Inkomsten en Uitgaven deel 2 [1772-1830]. Toegang 0499. West-Fries Archief.][]