18. Artefacten, historisch-geografische relicten en varia
Verspreid over de boomgaard zijn de lage muurtjes van een drietal kassen nog aanwezig evenals de wanden van twee ronde waterputten. Er is mogelijk nog één spoor gevonden van het (verplaatsbare?) warenhuis [de rode lijn boven de stok van de letter “k” op afb.30 in Pieter IV en Pieter V.]
.
In het voorjaar van 2013 werden een betonpoer en een stuk lorriespoor [of een spant van een van de kassen [?]] ontdekt bij de slootovergang van perceel 476 naar perceel 149 [Zie afb.3 in De bodem in en rond Oosterleek voor de ligging van dat perceel en afb.77 voor de betonpoer.]
De poortpalen
Bij de aanleg van een stenenrand van terschellinkjes langs de border achter de schuur werden twee betonnen palen blootgelegd die vlak onder het oppervlak waren ingegraven. Ze gaven de indruk dat het hier ging om poortpalen.
.
Op de beeldbank van de HV Suyder Cogge werd een foto [afb.80] aangetroffen uit ca.1925 waarop de palen met hun karakteristieke koppen herkend werden en op de foto de poort markeerden die toegang gaf tot de voortuin. Het lorriespoor eindigde bij deze poort. [Zie daarvoor Bijlage 9] Palen, poort en heg zijn door Van Sliedregt vervangen door een houten hek.
De scheisloot aan de noordzijde van de boomgaard
Er bevindt zich op een van de perceelgrenzen een interessant historisch-geografisch relict. Het betreft een gedeelte scheisloot [zie de gele lijn op de plattegrond van Bijlage 9] dat een restant is van een achttiende–eeuwse watergang in de Oosterleekse bebouwing.
Op de kadasterkaart van 1824 [afb.81] is te zien dat er aan de noordzijde van het bebouwingslint van Oosterleek een watergang lag, die er tegenwoordig nog ligt.
Aan de zuidzijde van de weg lagen kleine percelen met een op elkaar aan de zuidzijde aansluitende begrenzing die gevormd werd door een sloot.getekend als een doorlopende lijn.[Zie afb.81.] Die sloot was voorheen een bermsloot [Zie hoofdstuk 9.].De hier beschreven situatie is goed herkenbaar op de kaart van het Dijkgraafschap van Drechterland [1783] [afb.83]. Door pennekrapjes aan weerszijden is de dorpsweg aangegeven als een brede dijk of kade. De watergang aan de zuidzijde ligt tussen de weg en de gebouwen. Drie van die gebouwen staan ervoor. Een daarvan was, gelet op de locatie, het kerkje.
De scheisloten achter de tegenwoordige woningen met de huisnummers 23, 25 en 27 enerzijds en achter de tuin van de huisnummers 1 en 3 anderzijds zijn dus de laatste restanten van die waterloop die vroeger liep van het huidige huisnr.1 bij de dijk totenmet nr.43. Vanaf dat huis bestaat de sloot richting Wijdenes nog steeds. Deze sloot diende om het water van de weg en aanliggende (boeren)woningen af te voeren naar de dijkgracht. Vóór “Monument en Bed” is de sloot bij de restauratie weer opengetrokken. De noordoost-zuidwestlopende scheisloten tussen de Oosterleekse dorpsweg en de Zuiderdijk wateren nu uit op de dijkgracht.
Stenen en houten elementen in de boomgaard
De paardenwei
In 1995 of ’96 verkocht Van Sliedregt een gedeelte van het voorheen met B 446 aangeduide perceel aan de belendende buurman [Zie afb.3 in De bodem in en rond Oosterleek.], die dit boomgaardgedeelte [ca.139 x 22 m] die dit perceel met behoud van een paar solitaire fruitbomen als paardenwei inrichtte. In een brief, gedateerd 23 juli 1996, deelde het Kadaster Van Sliedregt mee dat na meting van het verkochte perceel de kadastrale gegevens van zijn bezit aan grond waren bijgewerkt. Als oppervlaktemaat werd opgegeven: 2 ha 98 a 15 ca. 1
De dijksloot
Het is niet bekend met hoeveel vierkante meters de oppervlakte van de boomgaard is verminderd bij het rechttrekken van de dijksloot tijdens de werkzaamheden aan de dijk in de jaren 2010-2013. In september 2016 hebben het Hoogheemraadschap van het Noorderkwartier en het Kadaster gemeld dat binnenkort de perceelsgrens tussen de boomgaard en de dijksloot vastgesteld wordt. In juli 2017 was dit nog niet aan de eigenaar gemeld.
19. De fruitsoorten en –rassen in 2011-2013
In 2011 stonden in de boomgaard 843 hoogstam- en halfstambomen in leeftijd variërend van ca. 10 tot 90 jaar oud. De meeste bomen hadden naar schatting een leeftijd van 50 tot 60 jaar.
In een eerste poging om te achterhalen welke fruitsoorten en –rassen aanwezig waren werd gebruik gemaakt van aanwezige informatie.
In de door Van Sliedregt nagelaten documenten bevonden zich twee boekwerkjes met informatie over fruit. Deze waren waarschijnlijk reeds afkomstig van de familie Roos. Het ene is een bestelcatalogus Rozen en vruchtbomen 1956/57 van fa. De Wilde te Bussum. Het andere is een brochure getiteld “Eet Neerlands fruit, dag in dag uit; 1928-1953. Jubileum uitgave van de bond van Kleinhandelaren in Aardappelen, groente en fruit in Nederland, 1953”.
Uit de daarin met potlood of pen gemarkeerde soorten werd de volgende lijst samengesteld. Het assortiment bestaat voornamelijk uit rassen die rond het midden van de vorige eeuw economisch aantrekkelijk waren.2
Compartimenten in de boomgaard
In de boomgaard zijn in de jaren ’30 tot ’50 van de vorige eeuw successievelijk compartimenten gevormd door de aanplant met rassen die op dat moment goed in de markt lagen. Zo bevindt zich aan de zuidoostzijde van perceel 485 een partij peren van het ras Conférence; ten zuiden van de huidige moestuin staan tot aan de dijk rode Jonathans, die steeds minder vruchten dragen en op het meest zuidelijke gedeelte van het perceel met het vroegere nr.446 een partij peren die alle successivelijk vervangen worden.
Naast zijn werkzaamheden als directeur van de Christelijke Academie voor Beeldende Kunsten te Kampen en in de jaren 1978-1985 als docent aan de Gerrit Rietveld Acadenie, en als architect en ontwerper van rotanmeubelen heeft Van Sliedregt mogelijk ook – op kleine schaal – in fruit gehandeld. In de collectie Van-Sliedregtarchivalia komen ook de statuten van de NFO [Nederlandse Fruittelers Organisatie] en informatie over vormen van lidmaamaatschap van die organisatie voor. Maar een aanwijzing dat Van Sliedregt zich ook aangemeld heeft als lid, werd niet-gebonden.
Veel van de veilingkisten in de nagelaten boedel, bleken in 2011 vermolmd te zijn.
Uit het feit dat er jongere bomen voorkomen tussen oudere en uit archiefmateriaal is duidelijk dat Van Sliedregt het bomenbestand heeft aangevuld en er onderhoud aan heeft gepleegd.
In het archief van Oosterleek 21 bevindt zich een nota d.d. 10-3-1971 van Boomkweker-Fruitkweker Van Rijn-De Bruijn uit Uden-Ravenstein voor de levering van een aantal Winterrietperen, Monsieur Hatifs en Meikersen. Ook is er een brief van ir. P. de Sonnaville uit Winssen, d.d. 25-8-1971, waarin deze reageert op een schrijven van Van Sliedregt. De Sonnaville is bereid de gevraagde 20 bomen Karmozijn [de Sonnaville] te leveren waarvan hij meedeelt dat deze exemplaren op tussenstam Golden Delicious en M IX onderstam staan. Uit de brief blijkt dat Van Sliedregt ook om exemplaren van een aantal andere rassen had gevraagd, zoals Groninger Kroon.
Verder wijst De Sonnaville op de kwaliteit van een paar rassen, die hij kon leveren, zoals de “Oranje” [“lijkt op een prachtige grote Cox’s; nog niet in de handel”], een soort winterrietpeer en Septerappels [een kruising van Golden Delicous en Jonathan]. Maar in de collectie Van Sliedregt in het Archief zijn geen documenten aanwezig waaruit kan worden afgeleid dat Van Sliedregt tot aanschaf van een van de genoemde soorten is overgegaan.3
In september 1971 werden 120 bomen [meest appels en pruimen] aangekocht bij Henri Fleuren te Baarlo [L.]. Ook bevindt zich in de collectie een prijslijst 1970-1971 van Vruchtboomkwekerij Heines & Zonen uit Baarlo. Uit dit alles kan worden opgemaakt dat Van Sliedregt in de beginjaren ’70 intensief met de boomgaard bezig is geweest.
20. De ontwikkelingen sinds voorjaar 2012
Sinds 2012: Inhaalslag in het beheer en onderhoud: maaien, snoeien, bestrijden van reuzenberenklauw en rooien van dood hout. Jaarlijks schoonmaken van scheisloten.
2012: Eerste aanleg van de moestuin.
Oktober 2013: Het ras van ongeveer 600 appel-, peren- en pruimenbomen werd vastgesteld door pomologen, o.a. wijlen dhr. Henk Houtman van de Pomologische Vereniging Noord-Holland; in totaal 44 appel-, 24 peren- en 13 pruimenrassen.
2013-2014: Overkappingen geplaatst voor opslag van te drogen kachelhout; en een loopren voor de kippen van het ras Noordhollandse Blauwen. Later werden eieren van andere rassen in de broedmachine gelegd. [Sinds 2021 lopen er Australorps.]
2014: Aanschaf van twee Hongaarse wolvarkens [om daarmee de reuzenberenklauw te bestrijden]; ook werden een klepelmaaier en een cirkelmaaier.
2015: Idem een frees, ploeg en zitmaaier.
2015-2016: Beide schuren werden gerestaureerd. Ook werd begonnen met het labelen van de bomen:ze werden voorzien van een gegraveerd aluminium naamlabel [met sinds 2017 vermelding van het pootjaartal].
2016: 80 jonge hoog- en laagstambomen van voornamelijk oude rassen en struiken gepoot. .
2016: Een in het verleden met bomen en takken gedichte binnensloot werd opengetrokken; op het meest oostelijke perceel en op de grens van het bomenpark en het daarachterliggend gedeelte boomgaard werd een meidoornhaag geplant; daar werden ook 2500 bollen van krokussen, narcissen hyacinten en tulpen geplant. In dat jaar is ook een bijenhotel geplaatst.
2017: Twee loopbruggetjes aangelegd.
Dat jaar werden ca 100 jonge bomen en struiken gepoot; werd het pad langs de dijksloot vrijgekapt; en werden in de moestuin aardkribben aangelegd en ontstonden daartussen graspaden.
2018: Rond de moestuin werd een haagbeukheg geplant. Ook werd begonnen met allerlei soorten ‘forest fruit’ aan te planten.
In 2021 werd in de moestuin een kas geplaatst.
In de loop van de jaren werd steeds meer fruit en groente verwerkt als sap, jam, cider, chutney, en diepvriesproducten voor eigen gebruik.
Ook wordt steeds bewuster uitgegaan van een ecologisch maaibeheer. Elk jaar wordt er niet meer dan in één of twee sloten riet gemaaid.
Sinds 2020 houdt de KNHV-afdeling Hoorn een of twee nachtvlindertellingen per jaar.
In 2022 werd in de moestuin een kas geplaatst.
In voorjaar 2024 werden weer ca 50 bomen en struiken gepoot. In de moestuin werd het aantal aardkribben met zeven aangevuld en werd er drieeneenhalve kuub substraat aangeschaft [alternatief voor de hoogveen potgrond].
HET POORTJE UIT
De verdere ontwikkeling van de buitenplaats is de gezamenlijke passie van Jeroen en Lisan.
Noten- Sinds 1971 werden huis en gronden onder één kadastraal nummer C 407 vermeld; bij de verkoop van de paardenwei werd hernummerd tot L 961; na de perceelswijziging door de dijksloot wordt de boomgaard c.a. aangeduid met L 1334; door de eigenaren wordt de boomgaard in min of meer natuurlijk begrensde compartimenten opgedeeld en met spontaan ontstane perceelnamen aangeduid, zoals ‘de kleine appelboomgaard’, ‘de druivenkas’ en ‘het donkere bos’.[↩]
- Bij latere determinatierondes bleken er veel meer rassen appels en peren in de boomgaard voor te komen. Zie de site: buitenplaatsbosenlommer.nl[↩]
- Wel staan er een paar bomen van het ras ‘Oranje de Sonnaville” in de boomgaard.[↩]