Van 2012 tot 2016 deed ik onderzoek naar de veranderingen die IJsselstein in de negentiende eeuw heeft ondergaan.
De vestingmuren en de wallen daarachter hadden geen zin meer toen er wapentuig was ontwikkeld waartegen die bouwsels niet bestand waren. En daarom werd er geen geld meer ingestoken.
Waar zich nieuwe bedrijven op de vrijgekomen plekken wilden vestigen werd door het stadsbestuur medewerking verleend en werden delen van de muur afgebroken en/of de wallen afgevlakt.
Maar met de lanen rond de stad lag het anders. Daarvan werd frekwent gebruik gemaakt voor een kuier door het grote aantal renteniers dat de stad telde.
En op een gedeelte van de stadswal werd het Kronenburgplantsoen aangelegd.
Toen de laatste bewoonster van het kasteel dat tegen de stad aanlag, overleed, zette het stadsbestuur zich in om dat historische gebouw met zijn tuinen te bewaren. Alleen de toren bleef gespaard.
Het boek geeft een beeld van de veranderingen in het aanzicht van de stad vanaf de tijd dat de Fransen het hier in de Napoleontische tijd voor het zeggen hadden tot het begin van WO II: het stadsbestuur werd gemoderniseerd en de bewoners werkten zich de twintigstw eeuw in.
Zie voor karakteristieke negentiende eeuwse IJsselsteinse tafereeltjes Zes IJsselsteinse kwatrijnen