Donderdag 5 september 1996 waren er om 20.00 u. op verzoek van de architekt een vijfentwintigtal mensen present voor een ‘ontwerpatelier’. (Het was niet duidelijk of de aanwezige raadsleden waren uitgenodigd om aan het ‘atelier’ deel te nemen, of dat ze de happening van nabij wilden meemaken; ze leverden in ieder geval nauwelijks een bijdrage aan het proces.) Wethouder Schouten heette de deelnemers welkom. Binnen de randvoorwaarden had de architect carte blanche gekregen. Deze begon de sessie met de opmerking dat hij ernaar streefde om half tien via brainstorming een basisontwerp te hebben waarin alle deelnemers zich zouden kunnen vinden. Er werd leuk gemanipuleerd. Bakjes met Engelse drop en ander snoepgoed gingen rond, want “snoepende mensen bijten niet”, was het standpunt van de architekt. Het was overigens prettig om uit zijn mond te horen dat het wenselijk was dat een ‘masterplan’ voor de hele omgeving werd opgesteld, en dat men zich niet tot het thans beschikbare stuk grond moest beperken.
Het laatste kwartier van de sessie kwam men tot een luchtkasteel: een moderne woontoren op de hoek van de Touwlaan-Kasteellaan. Dat spaarde grond waarmee men iets anders kon doen (b.v. meer ruimte bieden aan de kasteeltuin). Deze creativiteitshausse sloeg ook bij de wethouder toe. Die verbeeldingsgolf bracht hem ertoe te verklaren dat er wel wat rek in de randvoorwaarden zat: het aantal woningen mocht wat meer of minder als dat nodig of wenselijk was, en het aantal van drie woonlagen moest men ook niet zo strikt nemen als in de randvoorwaarden was opgenomen. Tegen deze vrije interpretatie van de ‘randvoorwaarden’ tekenden enige aanwezige RO-commissieleden bezwaar aan.
Veertien dagen later zou de architekt opnieuw opdraven met een nader uitgewerkt plan.
19 september
Deze dag werd het ontwerpatelier gehouden in het Informatiecentrum aan de rand van Zenderpark. [Een vingerwijzing?] Een aantal nieuwe gezichten maar de meerderheid was voor de tweede maal aanwezig. Er werd geen snoep uitgedeeld, dus er mocht gebeten worden. Gedurende een half uur werd het publiek bewerkt: eerst werd een recapitulatie gegeven van de vorige sessie: de tien ideeën vanuit het publiek; daarna werd er gepsychologiseerd rondom feiten en de herinnering daaraan door middel van drie boektitels die over geheugen en herinnering handelden; vervolgens werd een schetsmatig masterplan getoond voor het hele gebied van de kasteeltuin zoals ik dat al eerder in Tuinen in de Lopikerwaard had afgebakend; voorts kwam een aantal tekeningen in beeld waarop een belangrijke plaats werd toegekend aan de kasteeltoren; en als apotheose verscheen daar een ontwerp: Op de hoek van de Touwlaan-Kasteellaan een woontoren van vier en een halve woonlaag. Langs de Kasteellaan [om het beeld van kantelen op te roepen] een rij woningen afwisselend van twee en drie lagen hoog; in de resterende open ruimte nog een aantal losstaande woningen omgeven door groen; en dit alles gepland boven op een parkeergarage onder het gehele terrein(tje) zoals dat nu beschikbaar is. Ik voelde me heel erg genomen toen de reconstructie van de kasteeltuinen zoals die ik – zorgvuldig de mogelijkheden wegend en overwegend – had gemaakt, werd ‘gebruikt’ om op een puur associatieve wijze zonder dat men gehinderd werd door kennis van feitelijkheden ‘een masterplan’ vorm te geven. Dat gebeurde als volgt: de historische tuinnamen (+ de bijbehorende deellocatie) werden geassocieerd met een bepaald type woningen. Bij ‘binnentuin’ werd gedacht aan patiowoningen, bij ‘broeituin’ aan woningen op milieuvriendelijke wijze gebouwd enigszins exotisch aandoend, bij ‘huurland’ aan sociale woningbouw. De Touwlaan, die vroeger een ‘kuierlaan’ was, moest die naam afstaan aan een paadje dat achter langs de woningen in het open middengedeelte de Kasteellaan zou gaan verbinden met de Touwlaan naast ’t Slot.
En er volgde nog een derde zitting van het ontwerpatelier.
Op 3 oktober vond om 20.00 u. in de foyer van het [voormalige] Stadskantoor aan de vijver bij de Oranje Nassaulaan de slotsessie plaats. Er was weer een twintigtal mensen aanwezig, welkom geheten door de wethouder.
Op twee opeengestapelde tafels kon men op ooghoogte de ongedetailleerde maquette bekijken “om het beter te kunnen beleven”. [Alsof een oog een plan met woningen van één à twee cm hoog op ooghoogte beter op werkelijkheidsgehalte zou kunnen toetsen!] In de ruimte tussen de appartementen en de kasteeltoren waren nu twee woningen gedacht met voor en achter een eigen tuin(tje).
Een paar mensen die vorige sessies niet aanwezig waren geweest, moesten bijgepraat worden. Even werden – om te voldoen aan de toezegging tijdens de vorige zitting – nog twintig blokjes (woningen) bijgeplaatst in een enigszins gewijzigde constellatie om het effect van 57 woningen op die beperkte locatie te laten “ervaren”. Verder spitste de discussie zich toe op de vraag of er al dan niet een dak op de woontoren moest komen, en zo ja onder welke helling.
Een aantal mensen hield zich afzijdig. Er werd ook geen poging ondernomen om hen bij het gesprek te betrekken. Het masterplan werd met geen woord meer aangeraakt. Al vóór 21.00 uur stond het gezelschap weer buiten.
30 oktober was er een vergadering van de commissie R.O/M (Ruimtelijke Ordening en Milieu) gepland. Toen kwamen het ontwerp en de toetsing aan de randvoorwaarden aan de orde.
Het ontwerp voorziet in 37 woningen en bestaat uit vier delen:
1. een woontoren van 5 bouwlagen (10 woningen);
2. langs de Kasteellaan een rij van 5 woningen in twee lagen; langs de Touwlaan een rij van 5 woningen in twee lagen;
3. op de woninglagen onder 2 vermeld komen 5 woningen [Wanneer gedacht wordt aan ‘kantelen’ dan is er weinig kanteelachtigs aan wanneer aan de ene kant slechts 2 en aan de andere 3 bovenwoningen voor dat effect moeten zorgen! De opbouwetages aan de Herman de Manlaan hebben nooit een beeld van ‘kantelen’ opgeroepen.];
4. in de open ruimte achter de woningen zijn 2 vrijstaande woningen gedacht met voor- en achtertuin(tje).
Onder het gehele terrein is een parkeergarage gepland.
Tijdens die zitting kwam ook de toetsing aan de randvoorwaarden van juli 1996 aan de orde komen. (in het vigerende voorstel worden de 20 woningen vermeld onder punt 2 aangeboden in de huur- of koopsector; de overige worden te koop aangeboden; aan de toekomstige bewoners worden geen voorwaarden meer verbonden; de voorwaarde van maximaal 3 woonlagen is ook losgelaten.)
De partijen in de commissie R.O/M. leken niet zo enthousiast te zijn als de wethouder. Het CDA is positief; D’66 heeft duidelijke bedenkingen tegen de massaliteit van dit plan, en wil het “financiële plaatje” eerst bekijken; de VVD mist een overall-visie met betrekking tot de omgeving en wil met betrekking tot het kasteelterrein uiteindelijk ‘liever naakt dan namaak’; de PvdA heeft nog geen standpunt en GroenLinks is voor “want waar moeten die 18 miljoen Nederlanders in de toekomst een huis vinden”; maar de rij huizen die langs de Touwlaan zijn gepland. zal meer naar de kasteeltoren moeten opschuiven in verband met de uitgroeimogelijkheden van de Noorse esdoorns ter plaatse. Nog steeds verdeeldheid, en terecht.
Er waren drie insprekers: de HKY-vertegenwoordiger droeg alternatieve locaties aan voor seniorenwoningen voorzover die nog in beeld waren in het onderhavige plan. Bert Murk sprak op persoonlijke titel mede namens twee andere stadgenoten; hij vroeg zich o.a. af of de gemeente op dit moment ter plekke een plan zou hebben ontwikkeld als er in de jaren vijftig niet de fout was gemaakt om daar te gaan bouwen. En omdat ik nu na bijna drie jaar geen nieuwe rationele argumenten meer kon aandragen, gooide ik het over een andere boeg en las ik een verhaal voor dat ik rond Kerst 1994 had geschreven, en dat in zijn feitelijkheden met betrekking tot de kasteeltuin berust op mijn onderzoeksmateriaal.
Terug naar Kasteeltuin